en

De boekjes "Praktische biljartkennis" van Gerard Klinkert, zijn zowel voor beginners, als voor gevorderden, zeer bruikbaar.

Bij BC De Spont verkrijgbaar. Kosten per deel +/- 25 euro.

Deel 1 voor beginners, deel 2 voor gevorderden, deel 3 voor kaderspelers, deel 4 voor bandstoten en deel 5 voor het driebanden.

 

Telefoonboek Biljarten.

 

Hieronder kunt u de spelregels voor het Telefoonboek Biljarten downloaden.

Spelregels Telefoonboek biljarten..docx
Microsoft Word document 14.1 KB

 

Keuze voor pomerans.

 

Hoe harder de pomerans, hoe minder energieverlies en dus, zeker voor een ongeoefende biljarter, gemakkelijk te hard stoten. Hoe goed ook gekrijt, je zal altijd met minder effect kunnen spelen. Deze keuze zal eerder door een driebander gemaakt worden. 

Voor de andere spelsoorten is een zachtere pomerans geschikter. Het ketsen zal minder vaak voorkomen dan bij een hardere en je kan met meer effect spelen. Dit gaat uiteraard wel te koste van de voorwaartse snelheid.

 

 

Huisregels in de biljartzaal.

 

Mogelijk is het de leden ontgaan, maar al enige tijd hangt er naast de toegangsdeur een lijst met de huisregels die in de biljartzaal voor iedereen van toepassing zijn!

Een van de dingen die in acht moeten worden genomen, is het schoonmaken van de biljarttafels. Belangrijk is dat dit minimaal dagelijks gedaan wordt en het mag niet zo zijn dat altijd dezelfde mensen er voor opdraaien.

 

 

Arbitrage.

 

De arbiter en niemand anders heeft de leiding van de wedstrijd! 

Een speler mag de arbiter vragen zijn oordeel te herzien, maar daarna is zijn oordeel onaanvechtbaar! Na afloop van de partij kan er eventueel protest aangetekend worden.

Hij dient zich niets aan te trekken van anders denkenden van buitenaf.

Zie ook elders op deze pagina.

 

 

 

Ballen poetsen.

 

Voor aanvang van een partij worden de ballen gepoetst, dat spreekt vanzelf. Maar ook tijdens de partij mag de aan de beurt zijnde speler aan de arbiter vragen om zijn speelbal of alle ballen schoon te maken.

De arbiter brengt op de schaduwlijn van de bal een drietal merktekens aan op het laken, waarna hij de bal(len) wegneemt en schoonmaakt.

Daarna legt hij de bal(len) terug met de schaduwlijn op de merktekens.

 

Dit is een moment waarbij de arbiter gemakkelijk vergeet hoe de situatie was voor het schoonmaken. Hij kan de schrijver of tweede arbiter vragen om ook even attent te zijn.

 

 

Gedragsregels.

 

Naast de spelregels zijn er natuurlijk ook gedragsregels waar spelers zich aan dienen te houden.

Ordinair taalgebruik zoals vloeken of schuttingwoorden en bemoeien met de arbitrage zijn uit den boze.

Ook overmatig drankgebruik en onsportief gedrag kan voor de arbiter aanleiding zijn om in te grijpen.

Eerst kan er een waarschuwing uitgedeeld worden en misschien nog een tweede, maar de arbiter kan zelfs bij een ernstig misdraging de speler diskwalificeren. Meestal, het komt gelukkig zelden voor, wordt eerst de wedstrijdleider geraadpleegd en/of op de hoogte gebracht. De competitieleider moet op de hoogte worden gebracht, waarna mogelijk sancties volgen.

 

 

 

De ballen.

 

De middellijn van de biljartballen dient te liggen tussen 61 en 62 mm.

Het gewicht ligt tussen 205 en 220 gram, waarbij het onderlinge verschil maximaal 1 gram mag zijn.

Het is daarom verstandig om de ballensetjes niet te mengen!             

 

 

18-10-16.

 

Arbiters.

 

Bij officiële wedstrijden horen twee arbiters de partij beurtelings te arbitreren.

Wanneer een van de spelers de helft van zijn te maken aantal heeft bereikt, zal de arbiter aan de spelers vragen of zij behoefte hebben aan een pauze. Uiteraard nadat de speler de beurt heeft beëindigd.

De arbiter die niet aan tafel staat heeft zeker wel een functie. Vanaf de zijkant let hij ook op het spel. Hij mag zich echter niet bemoeien met de arbitrage, maar op verzoek van de dienstdoende arbiter kan/mag hij advies geven.

Dit mag echter alleen bij oncontroleerbare situaties. Bijvoorbeeld, is er een carambole gemaakt of net niet.

In geval van een controleerbare situatie, bijvoorbeeld een vast liggende bal moet de dienstdoende arbiter zelfverzekerd de beslissing nemen.

De spelers mogen de arbiter een keer vragen om zijn beslissing te heroverwegen. Deze dient daar dan gehoor aan te geven en de situatie opnieuw te beoordelen. Het is dan definitief!

De arbiter mag nooit zijn oordeel laten beïnvloeden door spelers of publiek.

 

fireball Wist je dat: Het roteren van de bal bij bepaalde stoten, door wrijving, een temperatuur kan bereiken van 250 °C, en hierdoor een witte punt veroorzaakt op het laken!

 

De bewegende bal.

 

Wanneer er afgestoten wordt terwijl een of meerdere ballen nog niet stil liggen van de vorige stoot, zal de arbiter de speler aftellen. Wanneer de vorige stoot een carambole heeft opgeleverd, zal ook deze niet geteld worden. De beurt was immers nog niet afgerond!

 

 

Verboden zones.

 

De schuine strepen op de biljarttafel bij het libre noemt men de "verboden zones". 

Eigenlijk een verkeerde aanduiding, want het is helemaal niet verboden om daarbinnen een carambole te maken.

Wanneer beide aanspeelballen in deze zone terecht komen, zal de arbiter dit moeten melden met "Entree". Dit houdt in,  dat er in deze zone nog een carambole gemaakt mag worden. De arbiter zal daarna "Dedans" annonceren. Echter zal bij de volgende stoot tenminste een van de aanspeelballen uit de zone moeten worden gespeeld. Deze mag wel weer terug keren in de "verboden zone". Wanneer er gecaramboleerd wordt en beide ballen blijven in de zone grijpt de arbiter in met de aanduiding "Reste Dedans". De beurt is dan voorbij.

Als de aanspeelballen net niet in de "verboden zone" liggen zal de arbiter "a Cheval'" moeten melden.

Bij het bandstoten en 3-banden gelden deze regels niet. 

 

 

Voetjes op de vloer.

 

De voetjes van de vloer kan een leuke en vrolijke bezigheid zijn, maar bij het biljarten is het verboden.

Er dient altijd contact met de vloer te zijn, al is het maar met een teen.

 

 

Korte vingers.

 

Wat je allemaal tegen kan komen tijdens het biljarten waar in de spelregels niet is voorzien ondervond een van onze biljarters

(Stef Giesen)

Omdat hij kleine handjes heeft gebruikte hij het krijtje als een soort opstapje. Zie de voorbeeldfoto.

In een wedstrijd werd hij door de arbiter afgeteld.

Naar aanleiding hiervan is dit voorval aan een drietal "autoriteiten" van de KNBB voorgelegd. Mw. Derkje Bakker en de heren Ad Broekman en Hans Berkhout.Toch niet de eerste de besten in de biljartsport!

Unaniem zijn zij van mening, dat het gebruik van het krijtje, zoals                                         op de foto wordt getoond, geen reden is om de speler af te tellen.

 

 

 

Uitspringende en vastliggende ballen.

 

Een enkele keer komt het voor dat een of meerdere ballen van de biljarttafel springen.

Dat is het geval, wanneer de bal de houten omlijsting van de tafel raakt of daarover heen gaat.

De uitgesprongen bal(len) worden dan gepoetst en alle ballen worden in de acquit-positie terug geplaatst.

Bij het driebanden geld voor het terug plaatsen een andere regel.

In dit geval worden alleen de uitgesprongen ballen gepoetst en terug geplaatst in de volgende positie:

Rood op het boven-acquit, de uitgesprongen aanspeelbal op het midden-acquit en de speelbal op het beneden-acquit.

Wanneer een acquit versperd wordt door een andere bal, wordt de te plaatsen bal op het acquit van die bal geplaatst.

Deze beschreven manieren van terug plaatsen geld ook bij vast liggende ballen. 

 

 

Touche.

 

Touche komt, vooral bij de minder geoefenden, regelmatig voor, maar ook bij de geoefende spelers gebeurt het nog wel eens. Slechte concentratie en beperkte techniek is veelal de boosdoener.

We kennen twee vormen van touche.

De directe en de indirecte vorm.

 

Wanneer een bal ongeoorloofd aangeraakt wordt is er sprake van (directe) touche.

De arbiter zal in dit geval de bal(len), indien mogelijk, terug leggen op de oorspronkelijke plaats. De beurt is uiteraard dan aan de andere partij.

 

Een indirecte touche is bijvoorbeeld de loop van de bal of de positie,al dan niet opzettelijk, te beïnvloeden door aan de tafel te stoten, het laken op te trekken of te schuiven of blazen tegen de bal.

Uiteraard is dit een overtreding en de arbiter zal de beurt als beëindigd aangeven.

Ook in dit geval zal de arbiter, indien mogelijk, de ballen terug (kunnen/mogen) plaatsen in de positie waar de bal(len) zou(den) zijn terecht gekomen zonder de overtreding.

 

 

De verkeerde bal.

 

Een van de spelregels waar nog wel eens discussie en onenigheid door ontstaat is het wel of niet waarschuwen wanneer dreigt dat met de verkeerde bal wordt gespeeld. In de diverse arbiter cursussen wordt geleerd dat

                        alleen de tegenstander mag waarschuwen.

Dus niet afspreken dat de arbiter dit ook mag doen. Dat geeft alleen maar kans op ergernis en onenigheid wanneer ook hij het niet op tijd ziet of van de afspraak niet op de hoogte is.

 

 


Mythes.


Er zijn onwaarheden, verzinsels, leugens en mythen, maar er zijn ook regels en spelregels.

De eerste drie in het rijtje kunnen/moeten we eigenlijk negeren, maar de mythen zijn te hardnekkig om te negeren. Daar om is het goed regels te hanteren, die de mythe in de biljartsport om zeep moet helpen.

 

Mythe 1:

Bij de verwarming van de biljarttafel bestaat zo'n mythe die we dus om zeep gaan helpen.

Veel biljarters denken dat het verwarmen tot doel heeft, om de ballen beter te laten rollen.

Dat is niet direct, maar indirect het geval.

Niet door de warmte gaan de ballen beter rollen, maar door het niet aanwezig zijn van vocht in het laken. Vocht vertraagt dus het rollen van de ballen en niet de temperatuur van de tafel.

Maar door de tafel met +/- 4 graden meer dan de omgevingstemperatuur te verwarmen, kan het vocht in het laken gemakkelijk verdampen.

Het is absoluut niet noodzakelijk, maar zelfs verkwistend, om de temperatuur nog hoger te laten zijn. Bovendien zijn de verwarmingselementen en vooral ook de platen, gevoelig voor onnodig hoge temperaturen. Dus, "hoe heter hoe beter" is een mythe die we om zeep willen helpen.

Aan een goed ingestelde tafel moet niets meer gewijzigd worden. Afblijven dus! 

 

 

Mythe 2:

Het afdekken van de biljarttafel is ook een mythe die er erg vast is ingeslopen. 

Een onlogische "regel" om de hoeken van het afdekkleed om te vouwen. Immers, in die niet afgedekte hoeken kan de tafel wel verontreinigd worden.

Bovendien verdwijnt er warmte door die niet afgedekte hoeken. De temperatuur wordt dus ongelijkmatig verdeeld en er ontstaan plekken met meer en minder vocht in het laken, waardoor de ballen ook een onregelmatige snelheid kunnen krijgen.

En dan nog de energierekening. Die betalen we met elkaar ook al lijkt het soms "van de grote hoop te komen". 

Door het goed afdekken kan er flink bespaard worden op de energierekening.

Ook deze mythe helpen we om zeep en dekken de tafels in z'n geheel af.

 

Bovenstaande is een vrije vertaling uit de documentatie van dhr. Hans Eekels, die op zijn beurt de informatie inwon bij diverse biljartfabrieken.


 

 

Instellingen en bedrijven die ons ondersteunen.

................www.rabobank.nl/zog.............
................www.rabobank.nl/zog.............

      Menistenplein 12

         Stadskanaal

 

Bennie Luining 

 

Vastgoed

Stadskanaal

rene poolcafe van www.facebook.com

Stadskanaal

 

 

Kaspers

Adviesbureau

Stadskanaal

      Eigenhaardstraat 28

          Nieuwe Pekela